Deze paragraaf richt zich op de uitwerking van het treasurystatuut naar de begroting voor 2022 en te hanteren normeringen. Hierbij komen de onderstaande onderwerpen aan de orde:
- Risicomanagement financiering;
- Financieringsvolume (inclusief delegatie / mandatering);
- Kasgeldlimiet;
- Renterisiconorm;
- Overige risico’s.
Voor wat betreft de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen:
a. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte;
b. Financiering van de sociale woningbouw;
c. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen.
Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte (a)
Bij de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte gaat het om de financiering van de investeringen van de gemeente Arnhem, de overgedragen investeringen aan geprivatiseerde onderdelen van de gemeente en de exploitatie van lasten en baten. Bij de investeringen moet naast de reguliere financieringen van de gemeentelijke taken worden gedacht aan grote stedelijke projecten, zoals Arnhem Centraal, stadsvernieuwing in de binnenstad, grondexploitatie en onderhoud in de infrastructurele sfeer. Als ‘inkoop’ van geld (de funding) wordt gebruik gemaakt van de volgende financieringsmiddelen (stand per 31-12-2022):
- de kapitaalmarkt voor langlopende financieringsmiddelen: € 776,5 miljoen. Het betreft hier de leningenportefeuille opgenomen gelden (O/G);
- de geldmarkt voor kortlopende financiering (< 1 jaar): Naar verwachting zal per ultimo 2022 geen kortlopende financiering nodig zijn voor investeringen en projecten. De ruimte binnen het beschikbare kasgeld kan worden aangewend voor de (goedkope) financiering van de dagelijkse activiteiten van de gemeente: het werkkapitaal;
- de binnen Arnhem beschikbare reserves en voorzieningen met een volume van € 136,5 miljoen.
Binnen de gemeente wordt voor de financiering een omslagrente van 1,4% in rekening gebracht bij de investeringen en de projecten.
De portefeuille door de financieringsfunctie uitgezette gelden (U/G), heeft per 31-12-2022 een volume van € 30,5 miljoen. Het betreft hier leningen aan instellingen en verzelfstandigde organisatie-onderdelen.
Hieronder vallen niet de verstrekte leningen in het kader van de inkomensondersteuning.
Arnhem en de wereldeconomie
De verwachting van veel analisten en wetenschappers dat de economie in 2021 weer zal aantrekken is uitgekomen, de economie herstelt zich wereldwijd onverwacht snel van de coronacrisis.
Waar een aantrekkende economie normaal gesproken ervoor zorgt dat de rente gaat oplopen, is dat nu (nog) niet het geval. Naast een toename in de vraag naar nieuwe leningen, wat de rente kan opdrijven, houdt de ECB het opkoopprogramma van staatsobligaties (de zogeheten kwantitatieve verruiming) in stand om te voorkomen dat een stijgende rente het economisch herstel een halt toeroept. Deze kwantitatieve verruiming zorgt ervoor dat er meer geld beschikbaar komt op de kapitaalmarkt, wat als doel heeft dat de rente laag blijft. De praktijk zal moeten uitwijzen welke van deze twee factoren de doorslag zal gaan geven, al is bekend dat de ECB het opkoopprogramma niet vol zal blijven houden en dat de rente dus weer zal gaan stijgen.
Alle analisten en economen zijn daarnaast van mening dat het huidige lage renteniveau voor de kapitaalmarkt op termijn onhoudbaar is, maar voor de gemeente betekent dit dat financiering goedkoop blijft.
Financiering van de sociale woningbouw (b)
De financiering van de sociale woningbouw vindt bijna volledig plaats door leningen door corporaties, die geborgd worden door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Dit landelijke fonds fungeert als waarborg ten aanzien van risico’s van wanbetaling en vervult daarmee de garantstellende rol die gemeenten van oudsher hadden. Het WSW kan bij gemeenten en het Rijk aankloppen wanneer de eigen borgingscapaciteit niet meer toereikend is (wat nog nooit is gebeurd). Daarvoor heeft ook de gemeente Arnhem een achtervangovereenkomst met het WSW gesloten. Het bestaan van het WSW samen met ontwikkelingen op het gebied van schaalvergroting en regionalisering van de woningcorporaties verklaart waarom de rol van de gemeente op het terrein van de financiering van woningbouw de afgelopen jaren kleiner is geworden en nu zo goed als uitgespeeld is. In 2022 heeft de gemeente nog maar één lening van € 9.000 aan de woningcorporatie Omnia Wonen op de balans.
Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen (c)
Bij de financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen gaat het om activiteiten die nauw grenzen aan het beleid van de gemeente Arnhem. Het gaat hier vooral om instellingen in de sectoren zorg, sport en cultuur. Ook bij deze financiering wordt de laatste jaren een terughoudend beleid gevoerd.
Bij de directe (eigen) financiering van de activiteiten van de instellingen heeft de gemeente Arnhem een gericht toezicht op het reilen en zeilen van de betreffende instellingen. Door aan de te verstrekken leningen waarborgen te verbinden kan bij calamiteiten direct worden gereageerd (voorbeeld: executie bij recht van eerste hypotheek).
Tevens bestaan er bij de sectoren zorg en sport waarborgfondsen. Met borgstelling door deze waarborgfondsen kunnen instellingen bij banken een lagere rente bedingen en hoeft de gemeente zelf geen lening te verstrekken. De stichting waarborgfonds voor de sport (SWS) garandeert maximaal de helft van de lening en eist een garantie van de gemeente voor het resterende deel van de lening.
In 2020 heeft de economie harde klappen gekregen, maar trekt in 2021 weer aan. Dat gebeurt niet op alle fronten in een gelijk tempo, waardoor het mogelijk is dat de ene instelling langer geconfronteerd zal worden met de gevolgen van de recessie dan de andere en alsnog in moeilijkheden komt en bij de gemeente aan moet kloppen voor ondersteuning. Dat risico wordt substantieel verkleind door de garanties van de waarborgfondsen.