Subsidies kunnen op verschillende manieren worden verleend:
1. Subsidies op basis van subsidieregelingen
Volgens de Algemene wet bestuursrecht mag een bestuursorgaan alleen subsidie voor activiteiten verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift. Dat kan een rijksregeling, provinciale regeling of een gemeentelijke (subsidie)verordening zijn. Op basis van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016 (ASV) zijn in Arnhem verschillende subsidieregelingen vastgesteld. Hiermee is een wettelijke en rechtmatige grondslag gecreëerd voor de subsidieverstrekking. Aan de hand van vooraf bepaalde criteria worden de subsidies verdeeld en toegewezen aan de betrokken instellingen.
2. Begrotingssubsidies
Het is niet altijd zinvol om een aparte regeling op te zetten voor het verstrekken van een subsidie. Bijvoorbeeld wanneer er maar één instelling is die een bepaalde gesubsidieerde activiteit kan voeren. Voor die gevallen is in de Algemene wet bestuursrecht een uitzondering gemaakt. Wanneer in de begroting een subsidieontvanger vermeld staat én het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, is geen nader wettelijk voorschrift nodig. Met name de subsidies aan grote organisaties worden op deze wijze verstrekt.
Als het bij onvoorziene omstandigheden wenselijk is om een subsidie te verstrekken, maar zowel een subsidieregeling als een begrotingssubsidie behoren niet tot de mogelijkheden, biedt de wet daarnaast onder andere de mogelijkheid om op incidentele basis subsidie te verstrekken.
Begroting | Begroting | Meerjarenraming | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
Bedragen x € 1.000 | ||||||
Middelen | ||||||
Begroting | 76.618 | 79.401 | 79.349 | 79.249 | 79.341 | |
Incidenteel | 3.568 | 1.035 | 405 | 405 | 405 | |
Subsidieregeling | 7.178 | 5.450 | 5.520 | 5.520 | 5.520 |
In bovenstaande tabel is de voor 2022 begrote subsidieverstrekking per grondslag weergegeven, op basis van gegevens per augustus 2021.
Het geraamde bedrag aan te verstrekken subsidies met de grondslag begroting is enigszins (3,5%) hoger dan in 2021. Ten tijde van het opstellen van deze begroting dienen de subsidieaanvragen voor 2022 nog te worden ingediend en toegekend. De begrote bedragen kunnen naar aanleiding hiervan nog wijzigen.
Bij wijziging van activiteiten door de subsidieontvanger wordt het bedrag aan begrotingssubsidie hiermee in lijn gebracht en naar boven of beneden bijgesteld t.o.v. 2021. Er kan ook de wens zijn om een begrotingssubsidie te verstrekken aan een organisatie die niet eerder begrotingssubsidie heeft ontvangen, of om juist de begrotingssubsidie aan een organisatie stop te zetten.
In (vrijwel) alle gevallen betreft het bij de hiervoor beschreven situaties het omzetten van regulier programmabudget in subsidiebudget en vice versa, of om een verschuiving van subsidiebudget van de ene naar de andere organisatie. De gevolgen van beide wijzigingen voor het financieel beeld zijn neutraal.
Een aantal subsidieregelingen dat in 2021 actueel was, vervalt per 2022. De afname in aantal regelingen verklaart de daling in het begrote bedrag aan subsidieverstrekking op grond van een regeling. Gedurende het jaar kunnen door het college nieuwe regelingen worden ingesteld. Middelen hiervoor worden gedekt uit regulier programmabudget, of onttrokken aan een bestemmingsreserve.
Gezien de aard (onvoorziene omstandigheden) geldt voor incidentele subsidies dat deze voorafgaand aan het boekjaar lastig te begroten zijn. Enkel in die gevallen waarbij de subsidie meerjarig (voor een beperkt aantal jaar) wordt toegekend, is vooraf duidelijk dat deze verstrekt gaat worden. Het in de begroting opgenomen bedrag voor incidentele subsidieverstrekking betreft dan ook grotendeels een nog niet aan specifieke organisaties gelabeld budget, dat gedurende het jaar ingezet kan worden voor het verstrekken van incidentele subsidies.